Column Trudeke: Ongeletterd, niet onontwikkeld

Ongeletterd

De “wereld van culturen” binnen Nederland blijft mij voortdurend boeien. Het omgaan met mensen uit andere culturen in Nederland, de manieren waarop we met elkaar omgaan en de discussies die zich steeds weer ontspinnen, geven mij nieuwe ideeën en inzichten.

De afgelopen jaren heb ik regelmatig lessen in Nederlands als tweede taal (NT2) en inburgeringcursussen gegeven aan migranten. Binnenkort ga ik lesgeven aan jonge vluchtelingen die in Nederland een verblijfsstatus hebben gekregen. Onder hen zullen waarschijnlijk ook analfabeten zijn. Bij de voorbereidingen viel het me op dat er – ook bij mij – heel wat, meestal onbewuste, vooroordelen leven over analfabeten. Ik heb op deze site al eerder iets geschreven over analfabetisme, maar het onderwerp is voor mij blijkbaar nog niet uitgeput.

De eerste associaties bij het begrip ‘analfabetisme’ zijn ‘niet intelligent’, ‘moeilijk kunnen leren’, ‘weinig kennis en vaardigheden’. Analfabeten in onze hedendaagse samenleving zijn marginaal en kunnen zich alleen met veel moeite handhaven.

Om deze ideeën in een wat breder perspectief te plaatsen, leek het mij een goed idee om eens te kijken naar het functioneren van schriftloze samenlevingen en ook te gaan kijken naar de positie van de ongeletterde in samenlevingen die wel schrift hebben, maar waarin weinig mensen kunnen lezen of schrijven.

Het lijkt me redelijk om te stellen dat in schriftloze samenlevingen de mensen gemiddeld even intelligent of dom zijn als in samenlevingen met een schrift. Je kunt in een schriftloze samenleving heel goed een ontwikkeld mens zijn. Je hebt je dan ontwikkeld op basis van kennis en vaardigheden die mondeling worden doorgegeven. Dit zijn dan bijvoorbeeld mensen die de verhalen kennen over de geschiedenis en de oorsprong van de samenleving of die grote kennis hebben van de regels, wetten of onderling afgesproken (handels)overeenkomsten. Ook mensen die over waardevolle vaardigheden beschikken, kunnen op grond hiervan een belangrijke positie hebben in een samenleving.

Het bovenstaande is ook van toepassing op samenlevingen die wel over een schrift beschikken, maar waar lezen en schrijven een specialisme is van een enkeling. Naar zo’n individu ga je dan toe als je bijvoorbeeld een handelsovereenkomst wil laten vastleggen, of als je een brief aan iemand wil schrijven. In het gewone dagelijkse leven kan je verder prima ongeletterd functioneren.

Zelf dacht ik altijd dat mensen die kunnen lezen en schrijven tot de elite behoorden in zo’n samenleving. Geletterdheid hoeft echter niet altijd te leiden tot een hoge status. De Middeleeuwse adel in Europa vond dat geletterdheid helemaal niet bij hun stand hoorde. Schrijfklussen deed je niet zelf, daar huurde je een klerk voor in. Schrijven was een –gerespecteerd – ambacht, zoals timmeren of smeden.

Migranten in Nederland, afkomstig uit samenlevingen waar geletterdheid niet vanzelfsprekend is, waren in hun land van herkomst niet uitzonderlijk of marginaal. Alle associaties die we hebben met laaggeletterden die in Nederland zijn opgegroeid, zijn op deze mensen dan ook niet van toepassing.

Maar het zijn wel vreemdelingen in een voor hen vreemd land. Veel antropologen zullen aan het begin van een veldwerkperiode in een soortgelijke positie zijn geweest. Bijna alles is nieuw en anders; een klein kind weet en begrijpt meer dan jijzelf.

Ik ben heel benieuwd naar de ideeën over en ervaringen met de Nederlandse samenleving van mijn toekomstige leerlingen. In een volgende column zal ik hier zeker over spreken.

Foto van PxHere.

Trudeke Vuijk
Trudeke Vuijk is antropologe. Ze heeft onderzoek gedaan in een aantal landen in Afrika. De beeldvorming over Afrika vindt ze veel te eenzijdig en om die reden wil ze graag een bijdrage leveren aan een genuanceerder en veelzijdiger beeld over Afrika. Daarom biedt ze lezingen en cursussen aan over Cultuur en Geschiedenis van Afrika. Meer informatie hierover is te vinden op www.afrika-lezingenencursussen.nl