Column Trudeke: Stammenstrijd

Op 10 juli 2012 kopte NRC NEXT ‘Lied over onbesneden leider hitst Keniaanse stammenstrijd op’. In de Volkskrant van 8 augustus van dit jaar konden we lezen over ‘de machtsstrijd tussen president Salva Kiir van de Dinka-stam en de inmiddels afgezette vicepresident Riek Machar van de rivaliserende Nuer-stam’.

Bij conflicten in Afrika wordt bijna altijd gesproken over “stammen”. Wat bedoelen mensen nu eigenlijk als ze het hebben over deze “stammen”?. Ik kan wel een paar dingen bedenken, daarom lijkt het me aardig om hier eens verder over na te denken. In de eerste plaats heb je natuurlijk boomstammen. Hoewel het interessant is om in te gaan op de vraag waarom een (boom)stam gebruikt wordt als metafoor voor een groep mensen, sla ik deze betekenis in dit stukje toch maar over.

Afgezien dus van de boomstammen, komen er nog twee andere contexten bij mij op, waarin gesproken wordt over stammen. Als eerste moet ik denken aan ambtenaren op een ministerie die elkaar structureel dwarszitten. Zo’n conflict wordt door journalisten nogal eens aangeduid met de term ‘stammenstrijd’. In de tweede plaats komen we stammen tegen in een historische context. En dan vooral oude geschiedenis. Op de lagere school moesten we jaartallen leren uit een jaartallenboekje. Het eerste jaartal in dit boekje was 2000 jaar v. Chr.:  “Onbekende heidense stammen bewonen het noorden en oosten van ons land”.
Maar verder wordt er bij mijn weten alleen gesproken over stammen in berichten over Afrika. In Afrika heb je blijkbaar stammen, in de rest van de wereld niet.

In Afrika heb je blijkbaar stammen, in de rest van de wereld niet.

Zowel bij een stammenstrijd op een ministerie als bij de “heidense stammen in ons land”, heeft het woord stam een connotatie van exotisch en primitief en irrationeel. Juist ambtenaren horen zich rationeel en zaakgericht te gedragen. Doen ze dat niet en laten ze emoties de overhand krijgen, dan wordt hen een etiket opgeplakt dat hun gedrag kenschetst als irrationeel en primitief. Het beeld dat naar voren komt in het jaartal over de “onbekende heidense stammen” lijkt me duidelijk. Stammen zijn blijkbaar iets van “Verweg” en lang geleden.

Zowel bij een stammenstrijd op een ministerie als bij de “heidense stammen in ons land”, heeft het woord stam een connotatie van exotisch en primitief en irrationeel.

Het gebruik van de term stam in de berichtgeving over Afrika, is volgens mij dan ook exemplarisch voor de beeldvorming zoals die nog steeds bestaat over Afrika. Reisorganisaties schetsen in hun reclame een beeld van Afrika als “wild, primitief, en exotisch”. In natuurdocumentaires worden mensen getoond als onderdeel van wildlife en in televisieprogramma’s als ‘Groeten uit de rimboe’ speelt exotisme hoogtij. Dat ook de serieuze pers zich nog steeds schuldig maakt aan dit soort neerbuigend taalgebruik vind ik niet acceptabel. Wat ik er van vind, is echter niet zo belangrijk. Belangrijker is het feit dat dit ook voor Afrikanen een bron van ergernis is. Ik eindig dit stukje daarom met een citaat van een boze Afrikaan.

‘Woe unto you, especially you who came in here expecting, descriptions of grotesque murder and acts abhorable to human spirit, perpetrated by Africans against Africans. My spirit was vexed after reading a New-York Times article by Jeffrey Gentleman, titled ‘Kenya’s Future Clouds as Tourists Flee’. GENTLEMAN drives his piece through the all too condescending tones that we have come to expect of Foreigners writing about Africa.’
Geschreven door: 
Alex Njeru; Gepubliceerd in: LinkedIn groep: Africa News 29 juni 2014

Foto van PxHere

Trudeke Vuijk
Trudeke Vuijk is antropologe. Ze heeft onderzoek gedaan in een aantal landen in Afrika. De beeldvorming over Afrika vindt ze veel te eenzijdig en om die reden wil ze graag een bijdrage leveren aan een genuanceerder en veelzijdiger beeld over Afrika. Daarom biedt ze lezingen en cursussen aan over Cultuur en Geschiedenis van Afrika. Meer informatie hierover is te vinden op www.afrika-lezingenencursussen.nl