Iran: picknickmand versus zwarte tulband

Family Picnic, Abarqu, Iran

Van achter het busraam zie ik dat auto’s elkaar verdringen, terwijl motors en brommers van alle kanten de weg opschieten. Voetgangers banen zich een weg naar de overkant. We rijden bijna Shiraz binnen, maar moeten nog één hobbel nemen: het drukke kruispunt bij de grootste stadspoort. Langs de weg ontwaar ik een aantal kleurrijke tentjes. Her en der verspreid zitten mensen op kleden. Ze houden de nationale traditie van Iran in stand: ze picknicken.

Verrassend

In 2014 zette ik eindelijk mijn langgekoesterde wens om in werkelijkheid. Ik ging mee op een groepsrondreis door Iran. Een mysterieus land dat me vaak voor verrassingen plaatste. Niet zozeer vanwege de ‘verrassende gastvrijheid’ zoals vele reisbrochures het noemen. Des te meer door de vele dingen die je niet zou verwachten in een land waar de sharia wet is, de hoofddoek verplicht vanaf 9 jaar en geestelijken de macht in handen hebben. Hoe ik Iran voor me had gezien? Eerlijk toegegeven, ik dacht vooral aan vrouwen in zwarte chadors, mannen met tulbanden, theehuizen en vele moskeeën. Elementen die je er uiteraard ook terugziet. Maar wie had gedacht dat Iraniërs graag uren in de buitenlucht doorbrengen op een kleedje?

Picknicken overal

‘Wat doen die mensen langs de weg toch?’ was de terechte vraag vanuit mijn reisgroep toen we voor het eerst groepen Iraniërs met kleden langs de weg ontdekten. De zon stond hoog in de hemel. Hele families schaarden zich om een kleedje. Hun schoenen keurig uitgedaan. Bij zich hadden ze kussens, dekens, grote plastic zakken en thermoskannen. ‘Picknicken,’ luidde het simpele antwoord van mijn reisleider. Vol verwondering staarden we naar de mensen. Waar wij in Nederland enkel en alleen picknicken in het bos of op de hei, zaten deze mensen overal. In parken, op de smalle groene stroken bij kruispunten, langs wegen en op het zeldzame grasveldje midden in de stad.

Nationale traditie

‘Dat is een nationale traditie hier in Iran,’ aldus onze reisleider. ‘Iraniërs trekken er graag op uit met familie, genieten van het samenzijn en de natuur. Daarnaast is het een manier om het leven van alledag te ontvluchten. Om even niet te denken aan werk, stress en alle regels die de regering hen oplegt. Hun picknick beslaat veel meer dan alleen eten. Het is een sociaal uitje dat meerdere uren en niet zelden de hele dag duurt. Zo kunnen ze thee drinken tot de avonduren, balspelletjes spelen of een siësta houden.’ Van deze laatste activiteit waren wij wel eens getuige. Geregeld zagen we ’s middags hele gezinnen in de schaduw van een boom of struik liggen slapen.

Kleurrijke tenten

Veel Iraniërs pakken hun spullen en ploffen spontaan ergens neer voor een picknick. De auto in de buurt achterlatend. Anderen pakken het wat planmatiger aan. Hele tenten zetten ze op, wat op veel plekken zorgt voor een kleurrijk geschakeerd schouwspel. Hier zoeken ze beschutting tijdens de heetste uren van de dag. Of brengen ze een nachtje door. Een actie waarvoor je bij ons het boekje zou ingaan voor wildkamperen. In Iran de normaalste zaak van de wereld. Talloze kinderen beleven zo hun eerste kampeervakantie.

Sizdah Bedar

Een geliefd vrijetijdsuitje, maar op één dag ook bijna een verplichting. Sizdah Bedar is in Iran het traditionele festival van de natuur. Het valt op de dertiende dag van Norouz, het Perzische nieuwjaar. Op deze dag eren de Iraniërs hun natuur. En hoe kan dat beter dan door buiten te picknicken? Hele families, buurten en steden leggen op deze dag hun kleden uit. Ze genieten van de warmte van de beginnende lente, maken muziek, dansen en spelen spelletjes. En niet te vergeten: eten hun buik rond met verse groente, fruit, rijst, brood en ‘kebabs’ die ter plekke worden gegrilld.

Schril contrast met de religie

De Iraanse picknick maakte me duidelijk wat voor een levensgenieters deze mensen zijn! Des te schrijnender is de tegenstelling met de religie. Een strenge vorm van de islam die je in dit land vaak aan de buitenkant ziet. Belichaamd door de zwarte chador die vrouwen onherkenbaar maakt. In de meeste steden dragen de vrouwen nog altijd dit traditionele gewaad dat als een ’tent’ over ze heen valt. Er onderuit steken ordinaire naaldhakken en  roodgekleurde teennagels. Af en toe vangen we een blik op van de kleren eronder: van naveltruitje (serieus!) tot bling-bling jurken. Krappe spijkerbroeken en rokjes. Velen dragen het als een jas die op de plek van de bestemming gelijk uitgaat.

Qom

Helemaal ver weg lijken de picknickers in Qom die we de laatste dag aandoen. Nickname van deze stad met 1,2 miljoen inwoners: ‘Religieuze hoofdstad van Iran’. Dat zegt al meer dan genoeg. Jaarlijks trekken vele sjiitische pelgrims naar deze  stad die in hun ogen heilig is. Hier ligt Fatimah bint Musah begraven, zus van Imam Reza. Volgens de sji’ieten de achtste opvolger van de profeet Mohammed (saws).  Zonder chador voel je je hier als vrouw verloren. Als man durf je niet anders dan lange mouwen te dragen. Mensen trekken biddend het plein op, vallen soms in extase neer. Voor ons is een religieuze gids verplicht. Hij ratelt door over de ‘ware islam’ en andere wetenswaardigheden, terwijl wij onze ogen flink de kost geven. Een schitterende gouden koepel steekt prominent tussen de even mooie torens uit die rijkelijk zijn voorzien van mozaïeken. De glimmende, zilveren spiegeltjes glinsteren ons tegemoet. Elk hoekje van het heiligdom onthult weer een nieuw detail.

De stad waar religie niet ophoudt

Ook rondom het heiligdom kijken we onze ogen uit. In andere steden houdt de religie op buiten de muren van een moskee en gaat het normale, dagelijkse leven haar gangetje. Hier in Qom lijkt die grens niet te bestaan. Op het plein voor de ingang lopen talloze mullahs (geestelijken). Zwarte tulbanden voor de nakomelingen van de profeet, witte tulbanden voor de rest. Op hun schouders rust een lange mantel die met de wind meewaait. In de ene hand houden ze de Koran en in de andere hun mobiele telefoon.  Ze discussiëren met elkaar, terwijl ze vooruit schreden. Ons geen blik waardig gunnend. Ook bij het hotel is te merken dat religie hier niet ophoudt. Er is niet alleen een aparte ingang voor mannen en vrouwen, maar ook strikt gescheiden liften en trappenhuizen.

Afbeelding: Family Picnic, Abarqu, Iran door Julia Maudlin op Flickr, met Creative Commons licentie Attribution 2.0 Generic.

Taalmuis
Claudia Grannetia interesseert zich al van kinds af aan voor verre landen en culturen. Hoe leven andere mensen? En wat beweegt hen? Niet voor niets is ze Geschiedenis en Religiestudies gaan studeren. En nog altijd kijkt ze graag om zich heen. Zo heeft Claudia tijdens rondreizen een aantal bijzondere landen aangedaan: Iran, Israël, Brazilië, Jordanië en Marokko. Tegenwoordig combineert ze haar interesse met haar passie voor schrijven. Met haar bedrijf 'Taalmuis' is ze een bevlogen tekstschrijver die in én met haar teksten de mens centraal zet. Lees het op www.taalmuis.nl.